Ruim
een jaar geleden verliet ik Papua. In Nederland werd ik hartelijk ontvangen
door familie en liefdevol opgenomen in het gezin van Ad en Hannah. Daar
verbleef ik een aantal maanden. In de zomer ben ik bij m’n vader gaan wonen en
mocht daar weer helemaal settelen. Ik vond een baantje als chauffeur bij
PostNL, waar ik voornamelijk pakketten ophaalde bij bedrijven en afgiftepunten
en daarnaast brievenbussen leegde. Een heerlijk relaxt baantje wat zeker in
deze omstandigheden wel fijn was en tegelijk wat vaste structuur bood.
Deze
periode was geen gemakkelijke periode, maar met intensieve counseling en fijne
contacten met familie, vrienden en bekenden mocht het steeds beter gaan. Door dit
alles heen heb ik steeds opnieuw mogen ervaren dat de Heere erbij was en dat
Hij regeert!
In
de loop van de tijd werd het steeds duidelijker dat terugkeren naar Wamena om
daar mijn werk op de HIS voort te zetten er niet in zat. Omdat ik niet echt
mijn periode daar goed heb kunnen afronden en afscheid nemen en omdat er nog wat
spullen van mij lagen, mocht daar het moment komen dat ik er nog een keer heen
kon. Het werd een bijzondere week.
Het
was natuurlijk weer een hele reis. Donderdagmiddag 28 maart bracht mijn vader
mij naar het station in Goes, vanwaar ik verder ging met de trein naar
Schiphol. ’s Avonds vertrok mijn vlucht via Kuala Lumpur naar Jakarta. Na een
tussenstop van een aantal uren op het internationale vliegveld Soekarno-Hatta
in Jakarta vloog ik verder naar Sentani, om vandaar na een aantal uren verder
te vliegen naar Wamena. Met 8 uur tijdsverschil, kwam ik daar op zaterdag tegen
het einde van de morgen aan. Op het vliegveld in Wamena werd ik opgewacht door
de familie Janse, bij wie ik deze week zou verblijven.
Op
het MAF-terrein werd al snel gevraagd of ik mee wilde doen met een potje
voetbal, want ze hadden te weinig spelers, dus zo rolde ik meteen de
gemeenschap weer binnen. En heel bijzonder was dat juist die middag een aantal
Nederlandse gezinnen bij de familie Janse kwamen koffiedrinken en eten. Zo
ontmoette ik meteen heel wat bekenden. Fijne ontmoetingen en fijne gesprekken!
Het voelde als een warm welkom.
Op
zondag ging ik ’s morgens mee naar een plaatselijke kerk, waar ik ook meestal
naartoe ging tijdens mijn verblijf in Wamena. ’s Middags woonde ik de
internationale dienst bij en ontmoette ook daar weer veel bekenden. Ook zag en
sprak ik met de huidige docenten van de HIS. Het was ook fijn om te ervaren dat
de leerlingen die ik daar lesgaf in goede handen van nieuwe docenten zijn
terechtgekomen.
Tijdens
die week heb ik heel wat bezoekjes af mogen leggen, gegeten bij verschillende
mensen, mijn spullen uitgezocht, rondgelopen, rondgekeken, rondgefietst. In het
huisje waar ik woonde, woont nu een andere docent. Ook daar ben ik langs
geweest. Ik kon nog steeds wat van het werk zien dat ik aan die tuin had gedaan
en aan één van de bananenbomen die ik gepland had, hing een grote tros bananen!
Ook andere boompjes die ik gepland had, stonden er goed bij.
Het
was een mooie en fijne week, maar natuurlijk kwamen er ook allerlei
herinneringen naar boven en allerlei emoties los. De school waar ik ruim een
jaar met plezier had lesgegeven, het huisje waar ik heb gewoond, de omgeving,
de mensen. Maar het was wel enorm goed deze gelegenheid te hebben en deze
periode op deze manier te kunnen afronden. Het was heel fijn om in het gezin
van de familie Janse te verblijven en zo ook de mogelijkheid te hebben om mijn
dagelijkse ervaringen te delen.
Ik
bezocht een Duits echtpaar, Birgit en Günter. Günter is helikopterpiloot bij
Helivida. Tijdens deze week had ik gelegenheid om met hem mee te gaan op een
medische vlucht, waarbij hij iemand op moest halen voor een behandeling in het
ziekenhuis in Wamena. Ook kon ik nog een keer mee met Kees Janse op een vlucht
van de MAF. Het was heel bijzonder deze dingen mee te kunnen maken deze week en
ook op deze manier nog even een stukje Papua te kunnen ervaren en iets van het
bijzondere werk wat daar wordt verricht.
Terwijl
ik met twee anderen nog een heerlijk fietstochtje ging maken, werden we
overvallen door een hevige regen- en onweersbui. Gelukkig konden we ergens
schuilen totdat het wat minder hard ging regenen, maar toen we uiteindelijk
weer thuiskwamen, waren we toch wel nat en zaten onder de modderspetters. Deze
fietstocht was de tocht die ik het vaakst gereden had toen ik daar woonde.
Op
donderdagavond was ik nog bij het Indonesische gezin van Beben en Linda (zij
werkt bij de MAF), van wie ik een dochter in de klas heb gehad. Omdat zij ook
een weeshuis hebben, heb ik heel wat van mijn spullen aan hen gegeven. Het was
wel grappig, maar gaf ook een heel goed gevoel, om een jongere met een T-shirt
van mij te zien lopen. Ook heb ik mijn fiets daar achtergelaten. Linda gaf aan
dat ze dat heel fijn zou vinden, omdat dan zo de kinderen konden leren fietsen!
Ze gaf mij een mooie raad om de moeilijkheden die ik had ervaren daar achter te
laten en met nieuwe kracht en energie de weg in te slaan waar de Heere een
nieuwe deur heeft geopend.
Niet
alles ging zoals gepland qua reizen, omdat ik opeens een e-mail ontving waarin
stond dat mijn terugreis was gewijzigd. Ik zou op 5 april om 11.50 u.
vertrekken vanuit Sentani. Ik had dus ook al een vlucht geboekt om 8 uur vanuit
Wamena naar Sentani. In de mail stond dat ik al moest vertrekken vanaf Sentani
om 8.25 u! Om dit te halen vanuit Wamena is bijna niet mogelijk en in ieder
geval niet via de reeds geboekte vlucht. Een mogelijkheid zou zijn om al op
donderdag naar Sentani te gaan, maar dat zou betekenen dat ik daar ook ergens
zou moeten overnachten. Gelukkig kon Linda nog een andere vlucht vinden om 9.45
u. vanuit Sentani. Het was dan wel geen rechtstreekse vlucht naar Jakarta, maar
met een tussenstop in Biak en in Makassar. Uiteindelijk heb ik die vlucht maar
net gehaald. Er was een nieuwe vlucht geboekt vanuit Wamena om 6 uur. Maar
omdat het erg mistig was en de mist maar niet optrok, kon er niet opgestegen
worden. Uiteindelijk konden we rond 7.45 u. vertrekken. Ik was op tijd in
Sentani, maar toen kwam het volgende probleem: mijn koffer verscheen niet op de
bagageband. Snel iemand aangesproken en uiteindelijk was mijn koffer daar. Ik
had toen nog ongeveer 5 minuten om in te checken voor mijn vlucht en gelukkig
mocht dat uiteindelijk allemaal goedgaan…
De
verdere reis verliep voorspoedig en op 6 april stond ik om 6 uur ’s morgens,
met alle bagage, op Schiphol en haalde mijn vader me om 9.15 u. op van het
station in Goes. Op een bijzondere manier kwam via een dagtekst Psalm 30 langs.
Dit sprak me erg aan.
Juist
de dag voordat ik wegging naar Papua, hoorde ik vanuit Zuid Soedan, dat ik was
aangenomen op een internationale school daar. Dit gaf de hele reis nog een
extra dimensie. Nu was het echt in Papua alles afronden, met tevens het uitzien
naar iets nieuws dat de Heere op mijn weg heeft gebracht. Dus deze blog rond ik
hiermee af, maar misschien volgt er weer een nieuwe…