Met dankbaarheid kan ik zeggen dat alles over het
algemeen goed mag verlopen tot nu toe. Met veel plezier ga ik elke dag naar
school en geef de kinderen les. Ongeveer tweeënhalve maand geef ik nu les en
de kinderen en ik raken steeds meer aan elkaar gewend. Daarbij komt natuurlijk
ook het gebruikelijke gemopper van leerlingen op school, bepaalde vakken en
dingen waar ze geen zin in hebben. Maar voor het grootste gedeelte doen ze leuk
en enthousiast mee.
Op werkdagen sta ik op om 5 uur. Meestal ga ik rond 5.20
uur naar buiten en maak een wandeling van ongeveer 3 kwartier. Het is dan nog
lekker rustig op straat en ik heb geen last van het vele verkeer en de drukte
van alles wat zich overdag langs en over de weg voortbeweegt. Meestal kan ik
het grootste gedeelte van mijn wandeling zelfs op het asfalt lopen. Af en toe
aan de kant voor een toeterende auto en af en toe getoeter van een motortaxi
die graag wat aan mij wil verdienen. Bij een aantal winkeltjes wordt de deur
opengeschoven en wordt het terrein voor de winkel aangeveegd. Spullen om te
verkopen worden uitgestald. Eetkraampjes worden klaargezet, er wordt een gasstelletje
aangestoken, een grote pan met olie gevuld en warm gemaakt, zodat het koken en
bakken kan beginnen. Alles wordt klaargemaakt voor een nieuwe dag.
Heel soms gaat de paraplu mee, maar meestal is het lekker
weer en ik zie regelmatig de zon prachtig opkomen boven de bergen. Het is over
het algemeen een heerlijke wandeling, maar de laatste week ook wat andere
ervaringen. Natuurlijk groet ik heel wat mensen die ik tegenkom en dat worden
er steeds meer tegen het einde van mijn wandeling. Pas ging een man tegen me
praten en hij zei dat hij ook wel les wilde geven (op de internationale school)
en hij probeerde me duidelijk te maken waar hij woonde. Hij bleef maar praten
en met de lucht die rond hem hing, werd het steeds duidelijker dat hij niet meer
helemaal nuchter was. Ook stonden op gehoorafstand anderen wat te gniffelen,
dus ik ben op een gegeven moment maar gewoon doorgelopen. Enkele dagen geleden
had ik voor het eerst een wat heftigere ontmoeting. Eerst kwam ik een man tegen
en we groeten elkaar, maar daarna mompelde hij wat. Ik ving niet op wat hij
zei, maar was wel wat alerter, zeker ook omdat ik op een afstand iemand zag
rennen. Deze persoon kwam in mijn richting gerend en het was duidelijk te zien
dat hij teveel op had. Hij was heel agressief en het leek erop dat hij me bij
de keel wilde grijpen. Ik sloeg zijn hand weg en riep dat hij me met rust moest
laten. Ondertussen had ik bedacht dat het het beste was om weg te rennen. Ik
wist dat ik sneller zou zijn en dan maar hopen dat hij me niet zou volgen, want
lang zou ik het niet vol kunnen houden. Maar hij rende gelukkig door en was mij
waarschijnlijk allang weer vergeten. Dit is de eerste keer dat zoiets gebeurd
in de drie maanden dat ik hier nu woon, dus niet iets om me zorgen over te
maken. Ik denk dat het wel goed is dat zoiets een keer gebeurt, zodat het me er
weer bewuster van maakt, dat we altijd en overal de bewarende hand van de Heere
nodig hebben.
De school ligt op loopafstand van het MAF-terrein waar ik
woon. Een reden dat ik de fiets niet neem, is dat het eerste stukje weg erg
ongelijk is en meestal zijn er veel plassen en ligt er modder. Als ik dan
fiets, spettert het omhoog en zou ik les moeten geven met allemaal
modderspetters op mijn kleding en dat voorkom ik liever. Ik vertrek meestal
rond 6.45 uur en dan ben ik rond zeven uur op school. De school begint om 7.45
uur. Elke dag beginnen we met zingen en gebed en oefenen we de Bijbeltekst die
in die week geleerd wordt. ’s Maandags wordt deze tekst bekendgemaakt en lezen
we het stuk uit de Bijbel waar deze tekst staat en denken er samen over na. Op
vrijdag wordt de tekst opgezegd. Op dinsdag, woensdag en donderdag wordt na de
dagopening Bijbelles gegeven. Hiervoor komt een moeder en die gebruikt een
methode die ontwikkeld is door New Tribe Missions (zendelingen die naar nieuwe
gebieden gaan) en die eerst stap voor stap door het Oude Testament gaat. Mijn
klas is pas in het Nieuwe Testament begonnen. Op vrijdag doen we een
gezamenlijke dagopening met de hele school, waarin we o.a. Bijbelteksten
opzoeken rondom het Bijbelvers van de week en zo samen over een Bijbelthema
nadenken.
Na de Bijbelles hebben we meestal schrijven, spelling en
rekenen tot de pauze (9.45-10.00 uur). Na de pauze hebben we taal,
aardrijkskunde en biologie. Van 11.30-12.00 uur is het lunchpauze. De meeste
dagen hebben de kinderen zelf hun lunch bij zich. Sommigen brood, maar de
meesten iets wat nog even opgewarmd moet worden. Gelukkig hebben we een
magnetron op school. We eten onze lunch buiten op. Naast de open gymzaal (dak
en één wand) is een overkapping waar picknicktafels staan. Daar eten we. Op
donderdag wordt er gekookt. Degenen die zich daarvoor ingeschreven hebben –
momenteel iedereen – kunnen dan genieten van heerlijk Indonesisch eten. Na het
eten is er natuurlijk tijd om te spelen. We hebben de gymzaal en een lekker
groot veld met o.a. een klimrek bij de school en de leerlingen vermaken zich
prima.
Als de pauze er op zit is het eerst tijd voor muziekles
van Mr Ambrose of handvaardigheid van Mrs Ambrose, waarna Pak Nyoman, onze
conciërge, de Indonesische les verzorgt. Daarna is er lezen en twee keer in de
week gym. Eén keer komt Marcel Kooijmans dat geven. ‘s Middags lees ik ook regelmatig
voor en we zijn nu bezig in Het neefje
van de Tovenaar uit de Narnia-Kronieken van C.S. Lewis. De Leeuw, de Heks en de Kleerkast hebben
we pas uit. Daarnaast lezen we regelmatig gedeeltes uit de tweetalige
kinderbijbel (Indonesisch-Engels). Om 14.30 uur eindigt de schooldag.
De vrijdag is iets anders ingedeeld. We hebben dan ook
bibliotheektijd en er kunnen boeken ingewisseld worden in de schoolbibliotheek,
waarna de kinderen stil voor zichzelf gaan lezen. ’s Middags werken we altijd
aan een bepaald project. Er is geen muziek, handvaardigheid of Indonesische
les. De lessen duren op vrijdag maar tot 13.30 uur.
Enkele weken geleden hadden we een gedichtenwedstrijd met
de hele school, waarin alle leerlingen zo goed mogelijk een gedicht uit hun hoofd
gingen opzeggen. Hiervoor hebben we vaak geoefend. Eerst moesten ze een gedicht
uitkiezen. Ik las de gedichten voor, waarna de leerlingen doorgaven wat hun
eerste, tweede en derde keus was. Aan de hand hiervan kon ik hen een gedicht
toebedelen. De gedichten voor grade 5 waren wat langer en moeilijker dan die
voor grade 4. De volgende stap was om de gedichten uit het hoofd te leren,
waarna we gingen werken aan de voordracht: intonatie, expressie, houding,
oogcontact enzovoort. Het was heel leuk om de vooruitgang bij de leerlingen te
zien. Eerst werd er thuis geoefend en in de klas en met de klas, later oefenden
we ook met meerdere klassen samen en hielpen de leerlingen elkaar met tips en
tops. De dag voordat de competitie zou plaatsvinden (aan het einde van de schooldag)
oefenden we in de gemeenschappelijke ruimte, waar ook de voorstelling met de
ouders gehouden zou worden. Kyle Ambrose, mijn collega, moedigde de leerlingen
aan om aan hun kleding te denken en het was grappig om de volgende dag bijvoorbeeld
opeens alle jongens in een lange broek en met schoenen aan op school te zien
komen. Verschillenden had ik nog nooit met een lange broek gezien :-) en de meeste leerlingen waren erg opgelaten. Die middag
deden ze het echt geweldig goed en de ouders, zijzelf en wij, de docenten, genoten
erg.
Eén van mijn leerlingen was jarig op een zaterdag en ik
ging ’s morgens een cadeautje brengen. Er waren heel wat vriendjes en hij en
zijn ouders vroegen of ik meedeed met kickball, een soort slagbal, maar zoals
de naam duidt, moet er een bal weggeschopt worden. Na het spel hielp ik met het
klaarmaken en klaarzetten van het eten. De kaarsjes in de vorm van een 11
werden uitgeblazen, de cadeautjes uitgepakt en daarna werd heerlijk gegeten. De
kinderen bleven daarna nog in de tuin spelen, met ballen, op de trampoline enz.
terwijl ik gezellig met de ouders zat te kletsen. Ze zijn Amerikaans, maar hij
is geboren en opgegroeid in Papua, grotendeels bij de Dani-stam. Hij spreekt
ook de Dani taal. Hij is voorganger en gaat vooral vaak voor in kerken in afgelegen
gebieden. Zij is opgegroeid in Zuid-Amerika. Ze hebben eerst een periode in
Afrika zending bedreven, maar wonen nu al jaren hier. Beau, hun jongste zoon,
woont bij hen en hem geef ik les. Eén dochter zit op de HIS in Sentani (voortgezet
onderwijs), één zit op een Bijbelschool in Griekenland en hun oudste zoon woont
in de Verenigde Staten. Hij hoopt dit jaar te gaan trouwen. Beau vertelde mij
pas trots dat hij ‘best man’ op de bruiloft mag zijn.
Elk jaar wordt er een voorjaarsverkoop georganiseerd door
Jacomien van der Wilt en Anne-Marie van Driel. Deze verkoping vindt plaats op
het terrein van de HIS. Er is een rommelmarkt en er wordt eten en drinken
verkocht en wat activiteiten georganiseerd. Tijdens het klaarzetten gaat het
hek dicht. Om 10.30 uur ging het open en een hele groep mensen kwam werkelijk
binnenrennen. Het was prachtig! Ik had me opgegeven om pannenkoeken te bakken.
In het begin liep dat lekker rustig, omdat men eerst bij de verkoopspullen
wilde kijken. Op het laatst ging het als een trein en stond ik pannenkoeken te
bakken die al verkocht waren. Helaas voor de mensen die nog stonden te wachten,
was het beslag op een gegeven moment op. Het was een gezellige morgen. Met de
medewerkers en degenen die zich opgegeven hadden, hebben we nog heerlijk
geluncht als afronding.
Van de week werd op school het derde kwartaal afgerond.
Dit betekende dus cijfers uitrekenen en rapporten schrijven. Best wel even
spannend hoe dat zou verlopen, ook voor de leerlingen! Gisteren had ik de
eerste ouderbespreking op school. Niet alle ouders hadden gelegenheid om te
komen, maar meer dan de helft is geweest en de gesprekken liepen gelukkig
allemaal voorspoedig. Eén gesprek was in het Nederlands en de rest in het
Engels. Over een week hebben alle leerlingen van de school voortgangstoetsen,
dat is wel weer even spannend voor hen. ’s Morgens worden de toetsen dan
afgenomen en gelukkig hebben we enkele ouders die willen helpen bij de
surveillance, zodat alles tegelijk afgenomen kan worden. ’s Middags hebben we
dan een aangepast programma op school. De week daarna hebben we paasvakantie.
Dat is de eerste vakantie hier na de Kerst, dus de kinderen kijken daar erg
naar uit! We zijn al hard aan het oefenen voor het Paasprogramma. We hopen dan
ook enkele liederen in het Nederlands te zingen. Dat is wel een uitdaging voor
de Indonesische en Amerikaanse kinderen, maar het gaat al stukken beter dan
toen we er net mee begonnen, gelukkig!