Op zaterdagmorgen 17
december bracht Ed Johnson mij al vroeg naar het vliegveld in Sentani. Hij
hielp mij om de juiste plaats en rij te vinden om in te checken. Dit is hier
niet altijd duidelijk aangegeven en niet altijd makkelijk om te vinden. Ook vliegen
de vliegtuigen niet altijd precies op de aangegeven tijden. Dit is afhankelijk
van het tijdstip van aankomst van het vliegtuig en van de weersomstandigheden.
Maar heel lang hoefde ik niet te wachten en na een vlucht met prachtige
uitzichten op het groene bergachtige landschap van Papua kwam ik om ongeveer
halfnegen aan op het vliegveld in Wamena.
Dit zag er heel wat anders
uit dan vorig jaar. Toen was de ontvangst- en vertrekhal door een brand
verwoest en werd gebruik gemaakt van een eenvoudig gebouwtje. Nu stond er een
prachtige nieuwe ontvangsthal. Marcel Kooijmans kwam me ophalen en ik kon nog
even door het raam zwaaien naar Kyle Ambrose, mijn nieuwe collega. Hij ging
voor een paar dagen naar Sentani met het vliegtuig, waarmee ik zojuist gearriveerd
was.
Marcel bracht me naar mijn
huisje en in mijn vorige blog kan dit huis bewonderd worden. Wat ben ik
ontzettend dankbaar voor en blij met dit huis!! Na de drukke, lawaaiige en
volgebouwde stad Yogyakarta is het dubbel zo fijn om in een rustige en groene
omgeving terecht te komen.
Zondagmorgen ging ik naar
de kerk tegenover de MAF-base. Hij zou om 9 uur beginnen en ik was er dus om 9
uur. De kerk was nog zo goed als leeg en pas tegen halftien gingen de mensen
binnenstromen en langzaamaan begon de dienst. Tijdens het zingen van een aantal
liederen, bleven de mensen binnenkomen en op een gegeven moment zat de kerk
behoorlijk vol. Dit had ik eerst niet verwacht bij de aanvang toen ik het
aantal mensen zag. Toen na het zingen de dienst verder ging met gebed en de
preek, werd er alleen nog door kinderen gelopen, maar voor de rest bleef
iedereen zitten. De dienst duurde erg lang en de beamer werkte niet, dus het
was heel moeilijk voor mij om iets te volgen van de dienst, maar het voelde wel
goed om hier nu te zijn en een plaatselijke dienst bij te wonen. ’s Middags
woonde ik de internationale dienst bij op het MAF-terrein.
Die eerste weken hier
bestonden overdag voor het grootste gedeelte uit schoonmaken van mijn huis,
vooral mijn kamer, keuken, slaapkamer, badkamer en hal. Alles had een goede
beurt nodig! Erg stoffig hier! En ramen zemen gaat toch heel wat anders dan dat
ik Nederland gewend was, met ramen die uit allemaal losse gedeelten bestaan.
Een stofzuiger is er niet, dus dat betekent vegen en dweilen en dat regelmatig,
omdat er snel stof naar binnen waait en het ook nog een witte vloer is.
Daarnaast moest er
natuurlijk veel gewassen worden. Mijn eigen kleren natuurlijk, maar ook het
beddengoed, de gordijnen, matjes, handdoeken enzovoort. De wasmachine maakte
dus ook overuren. Het was ook even wennen hoe daarmee om te gaan. Het is een
bovenlader, waar jezelf eerst water in moet laten lopen. Daarna 3 kwartier
laten draaien, het water eruit laten lopen, schoon water erin en daarna nog een
keer 3 kwartier laten draaien. Dan weer leeg laten lopen en de was in gedeeltes
in een kleine centrifuge doen, die ook in de machine zit. Het drogen ging wat
makkelijker, want met de wind en zon hier, was de meeste was binnen een uur
droog.
In de eerste week was ik
ook bijna elke avond uitgenodigd om ergens te komen eten en zo kon de
kennismaking met de mensen hier beginnen. Daarnaast moesten er natuurlijk veel
boodschappen gedaan worden, omdat ik bijna niets in huis had. Dat was op zich
ook wel weer een uitdaging. Heel veel producten kon ik in de supermarkt halen,
maar omdat er bijna nergens prijzen aangegeven staan, is het bij de kassa
altijd weer spannend wat iets kost. En dan sta je af en toe wel voor
verrassingen! Maar je leert snel genoeg wat de alledaagse producten ongeveer
kosten en wat de dingen zijn, die je beter niet kunt kopen, of waarmee je wat
voorzichtig moet zijn. Bij de dingen die ik op de markt of langs de straat
koop, moet ik wat meer Indonesisch gebruiken, maar gelukkig lukt dat allemaal
redelijk.
De eerste dagen was Kyle
in Sentani, maar ik ben wel met Marcel naar de school geweest. Samen hebben we
alvast mijn lokaal gedeeltelijk klaargezet en ingericht en wat dingen in de
school verplaatst e.d. Omdat Marcel een aantal weken ingevallen had op school,
kon hij mij het lesprogramma geven, zodat ik dat alvast door kon nemen. Dit was
nu mijn eerste ervaring met de school hier. Toen Kyle terug was, kwamen we al
op Tweede Kerstdag samen op school en hebben we definitief besproken welke
groepen ik les zou gaan geven en die dag en volgende dagen hebben we allerlei schoolse
zaken besproken. A.d.h.v. het lesprogramma had ik allerlei vragen opgeschreven
en deze konden we ook bespreken. Mijn andere collega, Esther, de vrouw van Kyle,
was pas op ouderjaardag weer terug in Papua. Zij was i.v.m. de geboorte van een
kleindochter in Amerika. Zij had deze groepen het grootste gedeelte van dit
schooljaar lesgegeven en van haar zou ik de methodes krijgen en verdere uitleg.
Dat moest op 2 januari en 3 januari ‘s morgens gebeuren, omdat ik ’s middags
naar Sentani zou vertrekken voor een conferentie van World Team.
Tijdens de vakantie ben ik
2 keer mee geweest met Marcel en zijn kinderen. Zij waren als gezin compleet
deze vakantie. Hun oudste zoon, die in Nederland studeert, was met zijn
vriendin gekomen en de twee anderen, die in Sentani op de HIS (middelbare school)
zitten, waren ook in Wamena, samen met het vriendje van de oudste dochter. De
jongste drie kinderen van Marcel en Mintje wonen gewoon in Wamena. Hun jongste
dochter heb ik in de klas.
Marcel had mij uitgenodigd
om mee te gaan naar het Habema meer. We konden gelukkig een 4WD lenen, maar
iets ging er mis met de versnellingen en bij steile stukken kropen we met een
gangetje van ongeveer 10km/u omhoog. Maar we gingen gelukkig omhoog en na een
paar uur rijden kwamen we aan bij het meer. Eerst een vuurtje maken, zodat we
water konden warmen voor een bakje koffie. Helaas ging het regenen, maar er
werd snel een zeil gespannen, zodat we toch wat droog bleven. Gelukkig knapte
het weer weer helemaal op toen we richting het meer liepen.
In het begin probeerde ik droge
voeten te houden in het drassige gebied waar we doorheen moesten, maar op een
gegeven moment was daar geen doen meer aan en banjerde ik maar gewoon door met
doordrenkte schoenen en sokken. We genoten erg van deze prachtige plek en het
heerlijke weer. De terugweg ging een stuk sneller, omdat het grootste stuk bergafwaarts
was, maar het ging weer wel regenen en degenen die achterin de bak zaten,
trokken dan ook maar snel een zeil over zich heen. Weer meer in de buurt van
Wamena was het weer droog en hadden we prachtige uitzichten over de stad. Een
geweldig uitje!
Een ander uitje waar ik
mee naar toeging was heel wat minder entertaining. We gingen kijken of we de
plaats konden vinden waar twee weken daarvoor een militair vliegtuig was
neergestort. Met de auto reden we maar een klein stukje tot net buiten de stad,
vanwaar we verder liepen en klommen. De rampplaats was dichter bij dan we
dachten en na ongeveer drie kwartier, kwamen we bij de plek aan. Het voelde
heel erg dubbel om daar te lopen. Het was wel een bijzondere ervaring.
Kerst heb ik ook hier
gevierd. Rondom Kerst wordt er heel veel vuurwerk afgestoken en dat gaat door,
zeker tot half januari. Zelfs nu wordt er nog af en toe wat afgestoken, maar
gelukkig niet meer dagelijks. 24 december was er tegen de avond een kerstviering
op het MAF-terrein, waar ’s zondags de internationale diensten worden gehouden.
Op zondagmorgen ben ik weer naar de Jeruzalemkerk gegaan. Gelukkig deed de beamer
het nu wel en kon ik wat van de dienst volgen. Ik was uitgenodigd voor een
kerstdiner bij de familie Kooijmans en daarna was er nog een internationale
dienst. Tweede Kerstdag, wat de Amerikanen niet kennen, was ik dus al weer aan
het werk.
Veel jonge kinderen hier in de gemeenschap
Ook voor de jaarwisseling
was ik bij de Kooijmans uitgenodigd. Overdag had ik al enkele oliebollen gekregen
van een Nederlands gezin wat ook op de MAF-base woont en bij Marcel hadden ze
ook oliebollen gebakken. Dit hadden ze lekker in de tuin gedaan, dan heb je in
ieder geval geen last van een vettige, plakkerige keuken. Bij Marcel in de
voortuin is een soort tuinhuisje gemaakt met een open haard. We gingen daar
gezellig zitten en toen het in de loop van de avond wat afkoelde, hebben we
gezellig de haard aangestoken. Tijdens de jaarwisseling was er ontzettend veel
vuurwerk, vooral bij het huis van de burgemeester. Echt ongelofelijk!
Toen Marcel me naar huis
bracht kwamen we precies in de optocht van heel veel motors en auto’s terecht
en toeterden en zwaaiden we maar gezellig mee naar alle mensen langs de kant
van de weg. Een kleine acht uur later heb ik via Skype de jaarwisseling in
Nederland meegemaakt, samen met pa, Ad en Hannah en de kinderen en Jaap en
Marianne, Arenda en Christian. Na 12 uur kwamen daar ook nog verschillende
nichten en neven langs en konden we elkaar het beste toewensen voor het nieuwe
jaar. Heel bijzonder dat dit zo kon!!
Op 3 januari vloog ik naar
Sentani. Ik reisde met de Kooijmans mee en samen gingen we naar het terrein van
World Team in Sentani voor de conferentie. Ik verbleef in het New Tribe
Guesthouse, vlakbij het WT-Guesthouse. Op 4 januari begon de conferentie
officieel en we gingen die dag ook met elkaar naar het strand om zo op een
informele manier kennis met elkaar te maken. Om naar het strand te gaan,
moesten we eerst een heel stuk rijden en daarna voeren we met een boot naar een
strandje. Een leuke ervaring is, om als lunchpakket rijst en kip ingepakt in
papier te krijgen!
De veldleider voor WT Azië
was voor deze conferentie uit Cambodja naar Papua gekomen. Het was fijn om hem
en andere WT-teamleden te ontmoeten, verhalen te horen van al het werk dat
gedaan is en wordt en alle plannen die er zijn. Bijzonder dat we met zoveel
verschillende achtergronden uit verschillende landen zo hier samen konden zijn.
Ook was het mooi om te zien dat drie jongeren, die in Sentani op de HIS hadden
gezeten, hier nu op familiebezoek, elkaar ontmoetten vanuit Nederland, de VS en
Zuid-Afrika. Het was vooral heel bemoedigend om samen rondom het Woord van God
bijeen te zijn. Het thema was ‘Vooruit Kijken’ en de focus lag vooral op ‘Het
hoogste doel van de mens is om God te verheerlijken en zich eeuwig in Hem te
verheugen’, zoals beschreven staat in vraag en antwoord 1 van de Westmister
Catechismus.
Tussendoor heb ik ook nog
wat aan voorbereiding voor school gedaan, want het lesgeven kwam steeds
dichterbij…. Hoewel het spannend bleef en ik besefte dat het niet zou lukken om
alles tot in de puntjes uit te werken, kreeg ik steeds meer zin om te beginnen
op de Hillcrest International School in Wamena.
Sentani ligt bij de kust
en dus veel lager dan Wamena. Het is er daardoor erg warm. Er zitten ook heel
wat meer muggen en deze kunnen ook ziektes, zoals malaria en dengue bij zich
dragen. Het was dus dagelijks zorgen voor bescherming tegen muggen en tegen de
zon. Toen we op de eerste dag gingen zwemmen, was ik toch flink verbrand op
mijn rug tijdens het snorkelen. De stroomvoorziening in Sentani is te klein
voor het aantal gebruikers. Dit betekende dat we regelmatig zonder stroom zaten
en de internetkabel die vanaf een ander eiland onder water naar Papua loopt was
beschadigd, dus de internetvoorziening was heel slecht.
Het voelde dan ook zelfs
als thuiskomen in Wamena, meteen al vanuit het vliegtuig genietend van de
behaaglijke temperaturen hier. Hier zijn ook veel minder stroomstoringen en op de
MAF-base waar ik woon, wordt meteen het aggregaat ingeschakeld bij stroomuitval.
Ook gebruik ik deze periode internet via MAF en dat is een bijzonder goede
verbinding, zeker voor hier. Maar vooral voelde het als thuiskomen om weer naar
mijn eigen huisje hier te kunnen gaan en te slapen in mijn eigen bed. Het werd
een redelijk korte nacht met de spanningen voor het lesgeven voor de volgende
dag.
De eerste week was geen
volle week lesgeven, want de lessen begonnen op woensdag 11 januari. Het was
wel lekker om zo met een korte lesweek te beginnen. In deze eerste dagen heb ik
niet alle vakken gegeven. Ik ben maar wat rustig aan begonnen en het mocht
gelukkig goed gaan. Ik heb een hele leuke groep. Ik geef les aan grade 4 en 5
(Amerikaanse systeem), wat overeenkomt met groep 6 en 7 in Nederland. In grade
5 zitten maar twee leerlingen. Eén van hen is tot aan de kerstvakantie in
Sentani geweest, dus de leerstof loopt niet helemaal parallel. In grade 4
zitten 6 leerlingen, maar één van hen is voorlopig op verlof. Ik heb dus nu een
klas van zeven leerlingen. Ik ben blij dat de groep niet zo groot is, want
zeker om te beginnen, heb ik mijn handen er vol aan.
Het is wel een hele leuke
groep en ik ga elke dag met plezier naar mijn werk. Langzamerhand leren we
elkaar wat kennen en de lesdagen krijgen steeds een beetje meer vaste
structuur.
Ook ben ik langzamerhand
aan het settelen hier. Heel gastvrij word ik hier in de zendingsgemeenschap
opgenomen. Ouders van de leerlingen, collega’s, maar ook anderen die betrokken
zijn met het vele werk hier, laten duidelijk merken hoe blij en dankbaar ze zijn
dat ik hier nu op school werk.
De eerste post vanuit
Nederland heeft mij ook in Wamena alweer bereikt. Verschillende kaarten en een
prachtige verjaardagskalender die Nadine heeft samengesteld, vol met foto’s van
pa, ma, broers, zwager, (schoon)zussen, (achter)neven, (achter)nichten… en met
alle verjaardagen. Echt geweldig!! Wat een prachtige verrassing was dat!
Afgelopen zaterdag heb ik
ook eindelijk het pakket dat ik vanuit Jogja naar hier had gestuurd ontvangen.
Daar keek ik al lang naar uit. Ik heb dus nu ook mijn fiets hier en ben gisterenmiddag even langs de fietsenmaker geweest om mijn voorrem te laten
repareren, mijn achterrem strakker te laten zetten en mijn banden op te pompen.
Ik kan nu dus aan langere fietstochten beginnen om de buurt wat te gaan
verkennen.